Column door Monique Baard
Vroeger kon ik mij eraan ergeren als mijn opa en oma steevast als ik hen met mijn ouders bezocht, uitriepen: ʽWat ben je gegroeid, niet te geloven hoe de tijd vliegt!’ Zo hard vond ik mezelf namelijk niet groeien. Ik wenste juist dat het wat sneller zou gaan, want ik hoorde bij de kleinsten van de klas.
Nu ik zelf al twee keer oma ben, betrap ik me er regelmatig op dat ik hetzelfde denk als onze kleinzonen binnenkomen. En dat terwijl ik ze toch wekelijks zie. Wat gaat het hard! Onze jongste dochter trouwt binnenkort en dan hebben wij ook al twee getrouwde dochters. Het gekke is dat de tijd dat zij klein waren nog zo kort geleden lijkt. Bij de voorbereidingen van de bruiloft drijven de gekste herinneringen ineens weer boven. Zo dacht ik vorige week ineens terug aan het kleding kopen met onze meiden. De oudste was altijd zo klaar, maar onze jongste had een geheel eigen smaak en mening en met haar was kleding kopen een ware beproeving. Het gebeurde nogal eens dat wij zonder kleding thuiskwamen na een dagje Utrecht. Alles wat haar zus of ik in winkels aan haar hadden laten zien keurde zij resoluut af. Het enige wat zij wilde was een jurk; een glimmende, roze jurk met pofmouwtjes en ruches. Dezelfde jurk als haar Turkse vriendinnetje altijd aanhad. En die was echt niet te koop bij Cool Cat, HEMA of C&A. Dus gingen wij de zondag erna naar de markt van Beverwijk. Helemaal toegeven wilde ik ook niet, dus maakten wij van tevoren een afspraak met haar; ze mocht één glimjurk uitkiezen, maar er moest ook gewone kleding komen. Ik zorgde er altijd voor dat de glimjurk een aantal dagen in de wasmand bleef liggen en zij accepteerde dan dat zij die dagen gewone kleding aan moest. Eigenlijk vonden we het ook wel heel schattig dat ze graag als een prinsesjes door het leven ging, maar toen dit in groep vijf nog zo was, begon ik te vrezen dat zij het tot de middelbare school zou volhouden. En dat zou haar toch echt een buitenbeentje maken. Gelukkig verdween haar liefde voor popperige jurkjes ineens toen ze saxofoon ging spelen. Stoere tuinbroeken werden toen favoriet!
Het ‘kledingprobleem’ leeft bij veel kinderen, heb ik ontdekt. Vooral bij kinderen met een autisme spectrumstoornis. Dat heeft echter veelal niet alleen met smaak te maken, maar ook met overgevoeligheid voor bepaalde stoffen of het knellen van kleding. Ik werd laatst door een collega om hulp gevraagd. Zij had al een ochtend lang problemen met een jongen in haar klas. David van acht, een jongen met Asperger, wilde niet werken. Hij was al boos binnengekomen die ochtend en wat zij ook probeerde, ze kon er ook niet achter komen wat de reden van zijn boosheid was. Wij bespraken samen wat mogelijke oorzaken. Was het werk te moeilijk? Was er iets wat die dag anders was dan normaal? Had hij last van geluiden om zich heen?
Wij wisten het niet, dus besloot ik David maar even mee te nemen uit de klas. David was nu echt woedend en gooide een stoel om en schopte tegen de tafel. Ik liet hem even gaan en al snel ging hij uit zichzelf zitten. Ik gaf hem een tekenblad en liet hem de boosheid van zich af krassen en schrijven. Dat hielp en toen hij rustig was babbelden wij even over zijn favoriete computerspel. Via een Sociaal Stripverhaal tekende ik stapje voor stapje met David hoe de dag thuis begonnen was. Direct kwam de aap van David zijn boosheid uit de mouw: David moest die dag van zijn moeder een overhemd aan omdat al zijn T-shirts in de was zaten. Hij had echter bij het opstaan bedacht dat hij zijn favoriete T-shirt die dag zou aantrekken. Overhemden vond hij vreselijk; ze knelden bij de mouwen en hij vond ze niet mooi. David had ruzie gekregen met zijn moeder en was uiteindelijk boos naar school gebracht met een geruit overhemd aan. In de klas lukte het hem niet om rustig te worden, want hij voelde de hele tijd de manchetten knellen en de kraag kriebelen, dus hij werd steeds bozer.
Het bleek geen oplossing te zijn voor David om te accepteren dat hij het overhemd die dag aan moest, dus besloot ik hem een T-shirt uit de mand met reservekleding te geven. Daar was David tevreden mee en huppelend ging hij de klas weer in en aan zijn werk. David heeft daarna thuis met zijn moeder een Sociaal Verhaal gemaakt waarin staat dat ze ‘s avonds de kleding voor de volgende dag klaarleggen. David kan zijn favoriete T-shirt slechts twee dagen per week aan, daarna moet het in de was. Het duurt drie dagen voordat het gewassen is, want de wasmand moet eerst vol zijn. Het drogen duurt ook een dag. David accepteert het nu als hij iets anders aan moet, maar overhemden blijven lastig. Ach, wie weet gaat hij over een paar jaar ineens piano spelen en wil hij niets liever dan een overhemd aan.
Wil je meer weten over Sociale Verhalen? Zie onder: