Lieve juf of meester,
Deze brief schrijf ik speciaal voor jou. Ik vraag vijf minuten van je tijd om deze te lezen. Misschien lees je hem wel, omdat je graag meer wilt weten van autisme. Of je krijgt deze tekst aangereikt van een ouder van een kind met autisme in je klas. Zie die ouder dan niet als een betweter of als iemand die denkt dat je het niet kunt. Zie die ouder als iemand die héél graag met jou op één lijn wil zitten en samen wil nadenken en praten over jouw leerling, hun kind met autisme.
Als je leerling met autisme je niet aankijkt, is dat geen mankement dat hersteld moet worden. Je kunt niet eisen van een kind met autisme dat het je aankijkt. Het aankijken kan te eng zijn of te overprikkelend. Het is ook niet zo dat als een leerling met autisme je wel aankijkt, hij of zij dan geen autisme heeft. Sommige kinderen met autisme kijken naar je wenkbrauwen, omdat ze proberen zich sociaal wenselijk te gedragen. Er zijn ook kinderen met autisme die je te lang aanstaren en dus juist te veel oogcontact maken. Het niet aankijken is dus geen bewijs voor wel of geen autisme. Lieve juf of meester, ik vraag je om niet meer zo’n punt te maken van het aankijken. Ga eens naast het kind zitten. Doe samen iets en ga in gesprek tijdens die activiteit. Voel het contact. Er zijn zo veel verschillende manieren om contact te maken. Reis eens naar de wereld van het kind met autisme. Toon interesse in die wereld. Je zult versteld staan van het moois dat dan ontstaat.
Als je leerling met autisme na een lange dag naar huis gaat en hij of zij doet op het schoolplein lelijk of misschien zelfs onbeschoft tegen de ouder, dan is het niet zo dat de ouder niet kan opvoeden. Verplaats je eens in de schoenen van die ouder. Die ontvangt zijn of haar kind na een lange schooldag. Het kind heeft de hele dag geprobeerd om zich sociaal wenselijk te gedragen. Alle prikkels heeft het weerstaan. Misschien was het kind wel angstig. Misschien knipperde die tl-buis wel vreselijk naar in zijn ogen. Misschien is het zelfs wel gepest toen je even niet keek. Op het moment dat het kind de ouder ziet, valt alle spanning weg. Het kind ontlaadt. En bij wie doet het dat? Bij de meest veilige persoon: de ouder. En die ouder weet dat. Die staat al schrap op het schoolplein. Die voelt alle blikken van de andere ouders alweer op zich gericht. En toch staat hij of zij daar rustig. Omdat het beste voor het kind is om zo voorspelbaar mogelijk over te komen. Elke keer weer moet deze ouder dit doorstaan; de blikken van de andere ouders, de blikken van de meesters en juffen, het ontladende gedrag van het kind. ‘Waarom zegt die ouder er niks van tegen zijn of haar kind?’ Iedereen vraagt het zich af. ‘Pikt die dat gewoon? Ik zou dat echt niet pikken, hoor!’ Nee. Deze ouder pikt helemaal niets gewoon. Deze ouder redt de situatie en zorgt dat verdere escalatie voorkomen wordt. Dat het kind zo rustig mogelijk mee gaat, het schoolplein af. Deze ouder is een held, elke dag weer. Lieve juf of meester, ik vraag je hieraan te denken, elke keer weer als je zo’n ouder ziet op het
schoolplein.
Lieve juf of meester, ik vraag je het volgende: ga eens in gesprek met je leerling met autisme. Praat mét het kind in plaats van over het kind. Laat het eens meedenken. Denk in termen van wat wél kan. Durf af te wijken van de veilige routines. Wat kun je doen als hetzelfde steeds fout gaat en je belandt weer met iedereen aan tafel in een groot overleg over de leerling met autisme? En als je al in een groot overleg zit, heb je dan de ouders gevraagd? Die weten zoveel over hun kind! Gebruik die kennis. Stel je kwetsbaar op. Word creatief. Een kind met autisme dat niet de hele week naar school kan vanwege angst en overprikkeling is niet lastig. Verkramp niet als dit zich voordoet. Kijk bijvoorbeeld eens hoe vaak dit gemiddeld gebeurt. Is het twee keer per maand? Een keer per week? Erken dit en overleg met de ouders en het kind. Maak een plan. Of wat dacht je van een strippenkaart, met precies zo veel strips als het aantal keer dat het kind gemiddeld overprikkeld thuis zit. Zeg dat het kind dan een stripje kan afstempelen. Ervaar wat er dan gebeurt. Wij hebben dat zo gedaan op mijn school. Ik kan je vertellen dat de betreffende leerling in de maand november de hele maand op school was. Gewoon, omdat het zich begrepen voelde, erkend. Ik zeg niet dat dit altijd zo zal werken. Elk kind met autisme is namelijk anders. Ik zeg wel dat het de moeite waard is om in oplossingen te denken. Samen.
Lieve juf of meester, ik hoop dat het de vijf minuten tijdsinvestering waard was. Het is een kleine oproep. Een oproep om in dialoog te gaan. Met de ouders en met het kind. Een oproep om creatief te zijn en te denken in oplossingen. Ik beloof je, het levert veel moois op.
Deze tekst is overgenomen uit het boekje Maak van een mug een vlinder. Copyright © 2017 Natasja Hoogerheide.
Bekijk ook: