Marcel Schmeier

Tijdloos

In het zojuist verschenen boek Elke les telt las ik een mooi en eenvoudig advies, dat elke leerkracht direct kan gebruiken in de dagelijkse lespraktijk: ‘Vraag de leerling om de feedback in zijn eigen woorden te herhalen, zodat je zeker weet dat hij het heeft begrepen.’

Het controleren van begrip is iets dat we als leerkrachten vaak vergeten. We denken dat de leerlingen de stof begrijpen als we het hebben uitgelegd of als we feedback hebben gegeven. Maar weten we dat ook zeker? Een goede manier om hier achter te komen is door vragen te stellen over de onderwezen leerstof.

Ik houd van zulke wijsheden, omdat ze je vakmanschap vergroten en daarmee het leren van kinderen versterken.

Het meest kan ik genieten van wijsheden die je tussen de regels door leest, die verstopt zitten. De auteur vindt iets zo vanzelfsprekend, dat hij er geen expliciete aandacht aan besteedt. Maar als je erover nadenkt, ligt er veel meer in verscholen dan je in eerste instantie zou denken.

Het boek Begane wegen en onbetreden paden uit 1952 bevat heel veel van dit soort waardevolle tips. Zo las ik het volgende: ‘De leraar werpt de vraag de klas in, maar zegt erbij dat hij even de tijd tot denken zal geven, negeert het enthousiaste armgezwaai of de smekende blikken, en wijst er dan één aan.’

Het bieden van denktijd draagt bij aan een actievere houding van leerlingen. Als je direct een naam noemt, denkt er slechts één leerling na. Als iedereen de beurt kan krijgen, denkt iedereen na. Een eenvoudig principe met een grote impact. Ook krijg je zo een goed beeld van de mate van begrip van de klas als geheel. Geef je drie willekeurige beurten en krijg je twee foute antwoorden, dan weet je dat er nog onvoldoende begrip is. Opgestoken vingers van sterke leerlingen kunnen ten onrechte het idee geven dat iedereen het begrijpt.

In hetzelfde boek las ik: ‘Heeft 70 procent van de klas een vraag niet kunnen beantwoorden, dan wijst dit op een tekort in de didactiek. Dit is niet voor de verantwoordelijkheid van de leerling.’

Als je na je instructie een opdracht op het bord schrijft en deze door de leerlingen laat maken, kun je snel en eenvoudig zien in hoeverre ze jouw uitleg hebben begrepen. Als iedereen de opdracht goed heeft, kunnen ze zelfstandig verder werken. Als een groot deel van de klas het niet begrijpt, is het beter om meer instructie te geven.
Het laten uitwerken van een opdracht geeft jou als leerkracht dus waardevolle informatie over de mate van begrip. Ook zorgt het voor extra herhaling. In het Woordenboek voor opvoeding en onderwijs uit 1882 wordt het controleren van begrip prachtig omschreven: ‘De herhaling is als toetssteen of men werkelijk grondig onderwezen heeft.’

En in Nieuwe bijdragen ter bevordering van het onderwijs uit 1874 wordt de volgende suggestie gedaan: ‘Wenscht de leraar te beproeven of het behandelde goed heeft geworteld, dan keert hij het zwarte bord om, laat de leien schoonmaken en verzoekt dat elk opnieuw bewerke wat uitgewischt is.’

Hiermee zijn we weer terug in onze tijd, want het controleren van begrip is actueler dan ooit. Zowel in het boek Expliciete Directe Instructie: tips en technieken voor een goede les als in Elke les telt wordt er veel belang aan gehecht. Het principe is zo krachtig dat het bijna 150 jaar heeft overleefd. Al zijn de leitjes plastic wisbordjes geworden en het zwarte krijtbord een digibord, de principes van goed lesgeven zijn tijdloos.

Geplaatst op 18 december 2017

Verder lezen?

     
  

Winkelwagen
Scroll naar boven