‘Vind je het spannend?’ vraagt de medewerker van de Voor de Jeugd Dag aan mijn zoon Sten, terwijl we compleet gestyled en in de make-up (ja, hij ook!) staan te wachten bij de deur. We zijn in de Kapel van de Westergasfabriek in Amsterdam. Over vijf minuten gaan we live met onze sessie ‘Van thuiszitter naar vechtsportleraar’, waarin ik hem ga interviewen. ‘Nee hoor,’ antwoordt Sten. ‘Ik heb geen idee wat ik kan verwachten, dus vind ik het ook niet spannend.’ Hij torent hoog boven mij uit. Hij heeft een nieuwe hoodie aan met daarover een stoer spijkerjasje, aan zijn voeten een paar nieuwe sneakers. Een week geleden kocht hij deze outfit in de winkel waarvan zijn zus hem had verteld dat ze daar leuke kleding voor hem zouden hebben. Dan gaat de deur open. De studiolampen schijnen ons tegemoet. Een nieuw avontuur gaat beginnen …
Over vijf minuten gaan we live met onze sessie ‘Van thuiszitter naar vechtsportleraar’.
‘Zie jij jezelf als een probleemjongere?’ vraag ik hem tijdens de sessie. ‘Ik vind mezelf geen probleemjongere. Ik heb op school meegemaakt dat tegen mij werd gezegd: jij wordt niks, je gaat niks bereiken, niemand wil je. Op het moment dat je dat tegen kinderen zegt, gaan ze daar ook in geloven en dan komt het echt niet goed. Ja, op een gegeven moment begon ik daar natuurlijk ook zelf in te geloven …’ Rustig en kalm vertelt hij zijn verhaal. Zijn handen ondersteunen zijn woorden. Over de zware tijd dat hij thuiszitter was wil hij niet vertellen. Dat hadden we thuis al besproken toen we het gesprek voorbereidden. ‘Ik heb daar niks intelligents over te zeggen,’ gaf hij toen aan. Hij vertelt liever over hoe het nu met hem gaat. En hij gooit er nog een mooie oneliner uit ook, als ik hem vraag welke boodschap hij zou willen meegeven aan de kijkers, een boodschap die ze zich zouden moeten herinneren als ze nog eens aan hem terugdenken: ‘Als er iets fout gaat, dat je dan niet iets probeert door te drukken, maar gaat kijken naar: Wat kan er wél? Waar is hij wel goed in? En ga daarmee verder in plaats van met datgene wat natuurlijk niet werkt.’ Als de sessie is afgelopen krijgen we applaus van de crew en van de regisseur. Mijn zoon straalt. Wat ging het goed! Nog even samen op de foto met het decor achter ons en dan naar de trein. Op naar huis.
‘Ik heb op school meegemaakt dat tegen mij werd gezegd: jij wordt niks, je gaat niks bereiken, niemand wil je.’
Over twee weken wordt hij achttien. Wat een jaar was het! Waar het coronajaar voor velen de ene tegenslag na de andere voortbracht, ging mijn zoon als een speer. Hij had geen last van sluitende scholen en eenzaamheid door enkel online contacten. Hij ging juist meer werken, in de supermarkt en op zijn vechtsportclub. Toen Mark Rutte tijdens een persconferentie de vakkenvullers bedankte, zat hij te stralen voor de televisie. Hij hoorde er echt bij, hij was belangrijk voor de maatschappij! Als hij achttien is wil hij gaan starten met rijlessen. ‘Als je dan een keer naar de Ikea wil, mama, dan rij ik!’ En zijn zus wil hij ook wel brengen naar en halen van waar ze maar wil, als een echte grote, beschermende broer.
Toen Mark Rutte tijdens een persconferentie de vakkenvullers bedankte, zat hij te stralen voor de televisie.
Van een angstige jongen met psychosegevoeligheid is hij een man geworden die zelfs geen stress krijgt van een live online sessie met zijn moeder op de Voor de Jeugd Dag, waarin hij precies kon aangeven wat er fout gaat bij thuiszitters. De intensieve begeleiding die we hem jarenlang hebben gegeven, heeft zijn vruchten afgeworpen. Hij gaat zonder zorg die gefinancierd wordt door de gemeente de overstap maken van 18- naar 18+, mét arbeidsvermogen en een baan.
De intensieve begeleiding die we hem jarenlang hebben gegeven, heeft zijn vruchten afgeworpen.
Wat ons het meest heeft geholpen in de afgelopen vijf jaar is het persoonsgebonden budget, het PGB, en de intensieve begeleiding die we hem konden bieden door informele zorg in te kopen. Het verdriet en de radeloosheid die we vijf jaar geleden voelden, omdat echt niemand meer wist hoe hij geholpen kon worden, zijn achteraf een zegen gebleken. Er was niemand meer die dacht het beter te weten dan wij. Daardoor konden wij aan de slag met waarvan wij dachten dat het de beste weg was. Wat hebben wij het bij het rechte eind gehad! Ik weet ook zeker dat hij een heel ander toekomstbeeld zou hebben gehad als hij in de gesloten jeugdzorg terecht zou zijn gekomen. Wat gun ik al die kinderen en jongeren die nu nog muurvast zitten ook een fijne toekomst. Er is nog veel werk te verzetten, zowel binnen passend onderwijs als in het sociaal domein. Daar zal ik me dan ook voor blijven inzetten: geen kind tussen wal en schip. Een fijne kerst en op naar een mooi 2021!
Natasja Hoogerheide
Gepubliceerd op 8 december 2020